Spelregels
----------------------- Page 1-----------------------
ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND
                      SPELREGLEMENT 
                              Versie 2010.01 
              Aangepaste artikelen: 3.2.4.1 en 3.2.4.4.
            Dit reglement is vastgesteld op de bondsraad van juni 2010 
                  en treedt in werking vanaf 1 september 2010. 
                     Hiermee vervallen alle vorige uitgaven.
----------------------- Page 2-----------------------
Spelreglement ANS
INHOUDSOPGAVE
1. Algemeen__________________________________________________________________ 3
2. Spelmateriaal ______________________________________________________________ 4
3. Spelregels__________________________________________________________________ 6
4. Puntentelling_______________________________________________________________ 8
5. Spelvolgorde _______________________________________________________________ 9
6. Bepalingen________________________________________________________________ 10
7. Regels bij bondswedstrijden__________________________________________________ 11
8. Slotbepalingen_____________________________________________________________ 12
Pagina 2
----------------------- Page 3-----------------------
Spelreglement ANS
1.Algemeen
    1.1.      De spelregels zoals in dit reglement omschreven, moeten bij alle 
        bondswedstrijden in acht worden genomen.
    1.2.      Bij bekerwedstrijden kan hierop door de bekercommissie een uitzondering 
        worden gemaakt.
Pagina 3
----------------------- Page 4-----------------------
Spelreglement ANS
2. Spelmateriaal
    2.1.      Het spelmateriaal zoals in dit reglement omschreven, is in overeenstemming 
        met een door de bond goedgekeurde wedstrijdbak.
    2.2.Sjoelbak, zie Figuur 1 
        De sjoelbak is samengesteld uit de volgende houten onderdelen: 
        1. De afzetbalk 
        2. Bodem 
        3. Zijwanden 
        4. Poortenbalk 
        5. Tussenwanden 
        6. Achterwand
Figuur 1
Pagina 4
----------------------- Page 5-----------------------
Spelreglement ANS
    2.3.       Poortenbalk, zie Figuur 2 
        Aan de voorzijde van de poortenbalkzal boven elke opening een indicatie zijn 
        aangebracht. Deze indicatie kan bestaan uit cijfers of ander middelen doch dient in 
        ieder geval te bestaan uit een waardering die van links naar rechts gezien bestaat uit:
                  Figuur 2 
        2-3-4-1.
    2.4.      Afmetingen, zie figuur 1 en figuur 2. Waar in de afbeeldingen geen maten 
        aangegeven, gelden de volgende afmetingen: 
         2.4.1.  Dikte zijwanden:       12 mm. 
         2.4.2.  Dikte tussenwanden:    12 mm. 
         2.4.3.  Dikte achterwand:      14 mm. 
         2.4.4.  Dikte poortenbalk:     14 mm.
    2.5.       Sjoelschijf. 
         2.5.1.  Materiaal:             beukenhout 
         2.5.2.  Glijvlak:              hol 
         2.5.3.  Gewicht:               20 ± 3 gram 
         2.5.4.  Diameter:              52 mm. 
         2.5.5.  Dikte:                 13 mm.
    2.6.      Controlestreep. Op de bodem is een streep aangebracht loodrecht onder de 
        achterkant van de afzetbalk.
    2.7.       Niet genoemde onderdelen of afmetingen worden voor de sjoelsport van minder 
        belang geacht. Opmerking: alle maten zijn aangegeven in millimeters. Tolerantie: 
       2.7.1.    ± 3 mm voor de lengtemaat van 2000 mm. 
       2.7.2.    ± 2 mm voor de lengtemaat van 1570 mm. 
       2.7.3.    ± 1 mm voor de overige maten.
Pagina 5
----------------------- Page 6-----------------------
Spelreglement ANS
3. Spelregels
    3.1.       Algemeen: Indien in dit reglement hij, deelnemer, speler, enz. wordt vermeld, 
        dan worden hiermee ook de vrouwelijke leden bedoeld, tenzij dit uitdrukkelijk anders is 
        bepaald.
    3.2.       Speelwijze: 
        3.2.1.    Elk spel begint met 30 schijven. 
        3.2.2.    De deelnemer wordt geacht de schijven vóór aanvang van het spel te hebben 
             geteld. 
        3.2.3.    Een schijf is in het spel zodra deze de streep bij de afzetbalk geheel voorbij is. 
        3.2.4.    Is een schijf éénmaal in het spel dan mag deze door niemand meer aange- 
             raakt worden. Uitzonderingen hierop zijn: 
           3.2.4.1.    Een schijf die buiten een vak of buiten de bak geraakt. 
                  -   Indien de schijf buiten de bak geraakt vanuit het speelveld dan wordt die 
                      schijf door het jurylid terzijde gelegd en bij een eventuele volgende 
                      onderbeurt weer ter beschikking van de speler gesteld. 
                  -   Indien de schijf door de poortenbalk in een vak was geraakt en hierna 
                      buiten dit vak belandt zonder opnieuw door de poortenbalk te zijn gegaan, 
                      meldt het jurylid aan de speler uit welk vak de schijf is gekomen. Aan het 
                      einde van de (onder)beurt wordt de schijf door het jurylid in het 
                      betreffende vak teruggelegd 
                  -   Indien een schijf vanuit een vak door de poortenbalk weer in het speelveld 
                      terecht komt gebeurt er niets en blijft de betreffende schijf in het 
                      speelveld liggen. 
           3.2.4.2.    Een schijf die over de poortenbalk heen in een vak geraakt, wordt door 
                  het jurylid direct uit het spel genomen. 
           3.2.4.3.    Een schijf die door de poortenbalk van een vak in een ander vak of op 
                  een van de tussenwanden of zijwanden blijft liggen, wordt door het jurylid in 
                  het vak terug gelegd. 
                  De situaties in figuur 3 en 4 geven dus aan dat de schijf telt en dus niet wordt 
                  weg genomen. De schijf in figuur 4 moet in dat vak gelegd worden waar hij 
                  was voordat de situatie in figuur 4 ontstond. De schijven in figuur 3 worden 
                  goed gelegd wanneer de tussenbeurt is afgerond.
Figuur 3
Figuur 4
           3.2.4.4.    Een schijf die, terugkomend, de streep aan de achterkant van de 
                  afzetbalk geheel is gepasseerd. De speler moet de schijf na toestemming van 
                  de jury uit de bak nemen en deze of een andere nog niet gespeelde schijf 
                  naast de bak aan de kant van het jurylid leggen, zodanig dat deze gescheiden 
                  is van de overige schijven die nog gespeeld moeten worden 
        3.2.5.    Een schijf is in het vak als deze onder de afzetbalk door, de voorkant van de 
             poortenbalk geheel is gepasseerd. In twijfelgevallen dient de jury een recht 
             afsluitlatje tegen de voorkant van de poortenbalk te schuiven, beweegt hierbij de 
             schijf dan is deze niet in het vak.
Pagina 6
----------------------- Page 7-----------------------
Spelreglement ANS
       3.2.6.    De jury stapelt de schijven op stapels van 4 voor de eerste 4 in het vak 
            zittende schijven. De volgende stapels op 3, zie figuur 5. De onderste schijf van de 
            eerste stapel in alle 4 vakken wordt los van de achterwand geplaatst; max. 5 mm.
Figuur 5
Pagina 7
----------------------- Page 8-----------------------
Spelreglement ANS
4. Puntentelling
    4.1.       De puntentelling dient als volgt te geschieden: in elk vak 1 schijf = 20 punten, in 
        elk vak 2 schijven = 40 punten, in elk vak 3 schijven = 60 punten etc. Bevinden zich 
        buiten deze berekening nog meer schijven in een vak dan tellen deze schijven elk voor 
        de punten van dat vak. 
        Voorbeeld: In elk vak liggen 5 schijven en een extra schijf in vak 4. De telling is dan 
        100 + 4 = 104 punten. 
        Maximaal haalbaar is dus 148 punten. Boven de maximale score van 148 punten kan 
        nog een bonus van maximaal      8 punten worden behaald indien de speler de score van 
        148 punten behaald heeft in maximaal twee onderbeurten. Indien 148 in één 
        onderbeurt is behaald krijgt de speler twee keer één schijf terug. Is de 148 behaald in 
        twee onderbeurten, dan krijgt de speler één keer één schijf terug. De schijf wordt 
        gespeeld waarna opnieuw wordt gestapeld. Indien de schijf twee keer terug moet 
        worden gegeven, wordt diezelfde schijf nogmaals gespeeld. Alleen het resultaat van de 
        gespeelde schijf in de eerste en, indien van toepassing, tweede keer telt. Het aantal 
        behaalde bonuspunten wordt berekend volgens bovenstaande puntentelling, maximaal 
        kan dus twee keer 4 bonuspunten worden behaald. De uiteindelijke score is de som 
        van de behaalde punten en bonuspunten. 
        Voorbeelden: 
       4.1.1.    Een speler heeft 148 punten gescoord in twee onderbeurten. Hij krijgt nu nog 
            één schijf terug, welke hij in vak 2 werpt. De speler heeft nu 148 + 2 = 150 
            punten behaald. 
       4.1.2.    Een speler heeft 148 punten gescoord in één onderbeurt. Hij krijgt nu nog 
            twee keer één schijf terug. De eerste keer werpt hij deze in vak 4, de tweede keer 
            in vak 1. De speler heeft nu 148+4+1=153 punten gescoord.
Pagina 8
----------------------- Page 9-----------------------
Spelreglement ANS
5. Spelvolgorde
    5.1.       Een sjoelbeurt bestaat uit 3 onderbeurten in de volgende volgorde te spelen: 
       5.1.1.    De speler telt de 30 schijven. 
       5.1.2.    Na toestemming van de jury werpt de speler deze 30 schijven en geeft 
            duidelijk te kennen dat alle schijven geworpen zijn. 
       5.1.3.    De jury bepaalt welke schijven in de vakken mogen blijven en geeft de 
            resterende schijven terug, evenals de schijven die tot de uitzonderingen 
            behoorden volgens art. 3.2.4. 
       5.1.4.    De jury stapelt vervolgens de schijven en geeft hierna toestemming met de 
            resterende schijven te spelen. Het stapelen geschiedt volgens het spelreglement. 
            De speler controleert de terug te ontvangen schijven en start met de 2e 
            onderbeurt. 
       5.1.5.    Na de 2e onderbeurt volgt de behandeling volgens 5.1.3. en 5.1.4. 
       5.1.6.    De speler werpt daarna voor de laatste maal met de dan overgebleven 
            schijven, de 3e onderbeurt. 
       5.1.7.    De jury bepaalt vervolgens weer welke schijven in de vakken mogen blijven 
            en gaat dan tot de puntentelling over. De jury zegt aan de speler de score en na 
            instemming van de speler wordt het resultaat genoteerd op de wedstrijdkaart, 
            welke daarna desgewenst aan de speler wordt getoond. 
       5.1.8.    Als een speler in twee onderbeurten 148 heeft geworpen, dan krijgt hij één 
            schijf terug om te proberen nog maximaal 4 bonuspunten te behalen zoals is 
            beschreven in art. 4. Wordt in één onderbeurt 148 gescoord, dan krijgt de speler 
            twee keer één schijf terug om te proberen nog maximaal 8 bonuspunten te 
            behalen zoals is beschreven in art. 4. 
       5.1.9.    Zijn na de 1e of 2e onderbeurt reeds alle schijven in de vakken, maar is er 
            geen 148 gescoord, dan gaat de jury over tot de puntentelling.
Pagina 9
----------------------- Page 10-----------------------
Spelreglement ANS
6. Bepalingen
     6.1.      Een speler mag naar eigen keuze zittend of staand sjoelen, maar blijft tijdens en 
        na het spel te allen tijde achter de bak. 
     6.2.      Een speler mag op verzoek 5 schijven op proef spelen. 
     6.3.      Na aanvang van een beurt, dus na het werpen van de eventuele 5 proefschijven, 
        mag niet meer aan de sjoelbak geschoven worden. Iedere speler draagt er zorg voor 
        dat de bak in de oorspronkelijke stand terug geplaatst wordt. Een speler mag geen 
        veranderingen aan het spelmateriaal aanbrengen door glijmiddelen of tussentijds 
        poetsen. 
     6.4.      Als tijdens het spelen een schijf breekt dan moet de gehele beurt opnieuw 
        gespeeld worden. 
     6.5.      Als een spel met meer dan 30 schijven is gespeeld dan vervalt de beurt en moet 
        opnieuw gespeeld worden. 
     6.6.      Is het spel met minder dan 30 schijven gespeeld dan is geen correctie mogelijk. 
     6.7.      Tijdens het sjoelen mag de jury niet praten en/of andere handelingen verrichten 
        die de speler kunnen beïnvloeden. Alleen op verzoek van de speler mag de jury 
        aangeven hoeveel schijven in de vakken zijn. 
     6.8.      Op de afzetbalk mogen geen schijven geplaatst worden. 
     6.9.      De wedstrijdorganisatie zorgt ervoor dat de sjoelbak stabiel op tafel ligt. Dit met 
        behulp van strips of andere middelen zodanig onder de bak geplaatst dat deze zowel 
        horizontaal als verticaal waterpas ligt.
Pagina 10
----------------------- Page 11-----------------------
Spelreglement ANS
7. Regels bij bondswedstrijden
    7.1.      Tijdens het jureren mag het jurylid zijn eigen wedstrijdkaart niet op de tafel 
        hebben. 
    7.2.      Indien de jury fout schrijft, dient het foute getal doorgestreept te worden en de 
        juiste score rechts naast de foutieve score worden ingevuld en te worden geparafeerd 
        of gestempeld door de ringleider. 
    7.3.       Bij doorhalingen, welke dan ook, telt automatisch het laagste, leesbare getal. 
    7.4.       De jury geeft de wedstrijdkaart door aan het jurylid van de volgende bak. 
    7.5.       Na de 10e beurt genoteerd te hebben moet het jurylid de kopie van de 
        wedstrijdkaart aan de speler geven en het origineel aan de ringleider. In geen geval 
        mag de complete kaart aan de speler worden gegeven. 
    7.6.      Indien ter plaatse aangetoond kan worden dat de speler toch ten voordele van 
        zichzelf wijzigingen heeft aangebracht, zal de wedstrijdleider onmiddellijk 
        strafmaatregelen nemen. Deze kunnen bestaan uit het aftrekken van een beurt tot het 
        aftrekken van de totale 10 beurten. 
    7.7.      Tijdens het sjoelen en jureren mag niet gerookt, gedronken of gegeten worden.
Pagina 11
----------------------- Page 12-----------------------
Spelreglement ANS
8. Slotbepalingen
8.1. In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de wedstrijdleiding.
Maak jouw eigen website met JouwWeb